Voor gemeenten gelden de verslagleggingsregels vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De jaarrekening 2021 is in overeenstemming met deze regelgeving samengesteld.
Vaste activa
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa verdelen we onder in:
- investeringen met een economisch nut
- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
- investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Investeringen hebben een economisch nut wanneer ze verhandelbaar zijn en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen.
Alle investeringen in materiële activa, groter dan € 10.000, worden geactiveerd.
Voor vervangingsinvesteringen in het riool hebben we een voorziening. De dotatie maakt deel uit van de tariefberekening. De vervangingsinvesteringen brengen we, voor zover de voorziening toereikend is, ten laste aan de voorziening.
De waardering van onze materiële vaste activa
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs na aftrek van ontvangen subsidies en bijdragen van derden en (extra) afschrijvingen. De verkrijgingsprijs bestaat uit de inkoopprijs en bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs bestaat uit aanschaffingskosten van gebruikte grond- en hulpstoffen en overige kosten die we rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen toerekenen.
Rente rekenen we niet toe. En op activa schrijven we af op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. De afschrijvingen sluiten aan bij het verloop van de waardevermindering. In beginsel wordt lineair afgeschreven, in bijzondere situaties annuïtair. De afschrijvingstermijnen staan in de Financiële verordening, art.9, bijlage afschrijvingsbeleid (2017).
Financiële vaste activa
Hieronder vallen kapitaalverstrekkingen, leningen, overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van een jaar of langer en bijdragen aan activa in eigendom van derden. Bij kapitaalverstrekkingen valt te denken aan bijvoorbeeld deelnemingen in gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, waaraan we bijdragen ineens hebben verstrekt. Bij leningen kan gedacht worden aan leningen aan woningcorporaties, deelnemingen overige verbonden partijen en overige langlopende leningen. Voor de verwerking van financiële activa volgen we het BBV. We waarderen de financiële vaste activa tegen de verkrijgingsprijs of de lagere marktwaarde wanneer deze is in te schatten.
Vlottende activa
Voorraden
De onder de voorraden opgenomen grondcomplexen en voorraad te verkopen kavels zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief de aan de boekwaarde toegerekende rente en onder aftrek van verkoopopbrengsten en overige bijdragen. Tussentijds nemen we een deel van het resultaat op basis van de voortgang ('percentage of completion'-methode). We activeren geen kosten voor niet in exploitatie genomen grondenzonder dat hiervoor een reëel en stellig voornemen bestaat voor nabije toekomstige bebouwing. De hoogte van de kosten blijft beperkt tot de marktwaarde van de grond volgens de uitspraken van de commissie BBV. Het treffen van een afboeking of voorziening doen we bij een geprognosticeerd verlies direct ter grootte van dit volledige verlies. Een verliesvoorziening wordt in mindering gebracht op de boekwaarde.
Vorderingen
De vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor dubieuze vorderingen. De voorziening dubieuze vorderingen is bedoeld als waardecorrectie op de nominale waarde.
Pensioenvoorziening
De pensioenvoorziening voor wethouders is gebaseerd op actuariële waardeberekeningen. De hierbij gehanteerde rekenrente bedraagt 0,528%. Bij de berekening is de gehanteerde sterftetafel gebaseerd op GBM/GBV 2014-2019 met een leeftijdsterugstelling van man 5 jaar / vrouw 1 jaar of vrouw 3 jaar / man 3 jaar.
Overige activa en passiva
De overige activa en passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Grondslag voor de bepaling van baten en lasten
Bij de bepaling van de baten en lasten is het toerekeningstelsel gehanteerd. Dit wil zeggen dat de baten en lasten en de risico's die hun oorsprong vinden vóór het einde van het begrotingsjaar, worden verwerkt in de jaarrekening van dat jaar. Baten nemen we opop het moment dat deze zijn gerealiseerd; lasten verwerken we op het moment dat deze zich voordoen.